Geen wetenschappelijke ondersteuning voor massage

Dit artikel kunt u bekijken zonder code.

De vraag naar bewijs voor de werking van massage is steeds luider geworden. Onderzoek wijst uit dat er grotendeels geen bewijs is voor de genoemde effecten van massage.

Vanuit mijn werk als sportverzorger/masseur en opleider, verzamelde ik gedurende 45 jaar (en eigenlijk nog) feiten en gegevens over “Klassieke massage”. Wat voor het vak van masseur en voor opleiders noodzakelijk is om cliënten uitleg te geven en vragen van studenten te beantwoorden. De gegevens heb ik gedocumenteerd en verwerkt in een te publiceren manuscript.

Mijn interesse gaat uit naar twee gebieden, de wetenschappelijke inzichten en de historische ontwikkeling van de Klassieke massage. Buiten kritische wetenschappelijke publicaties (vanaf 1990), stuitte ik op geschiedkundige onjuistheden in de historische ontwikkeling van de “Klassieke massage”. De beschrijving van de historische ontwikkeling van de Klassieke massage vereist correcties. Indirect heeft dat gevolgen voor onderzoeksresultaten.

Lange tijd is uitgegaan van effecten van massage die “practice based” bekend waren. Verbetering van de doorbloeding, afvoeren van afvalstoffen, verbetering van het prestatievermogen, herstel na inspanning etc. Het werd gaande weg steeds duidelijker dat het om vermeende effecten ging en niet om bewezen effecten.

Gedurende de laatste 20 jaar, hebben wetenschappelijke publicaties over massage duidelijk gemaakt dat veel fysiologische en biologische processen, die worden aangevoerd als verklaring van effecten van massage aan twijfel onderhevig zijn. Het begon eind vorige eeuw met enkele kritische publicaties, die uitgroeiden tot het hedendaagse inzicht, waarbij de verklaring van de vermeende effecten van massage geen steun vanuit het wetenschappelijk onderzoek krijgt.

ONDERZOEK

Een kwalitatieve onderzoeksmethode is van nut om valide en betrouwbare resultaten te verkrijgen. Door een transparante beschrijving kunnen de validiteit en betrouwbaarheid worden beoordeeld. Indien dezelfde opzet van het onderzoek wordt herhaald moeten er vrijwel dezelfde resultaten uit komen. Je kunt zoeken naar publicaties via PubMed, Cochrane, Web of Science, Scopus of Google Scholar.

Gelukkig zijn er ook wetenschappers die het helse karwei op zich nemen om alle beschikbare onderzoeken te vergelijken, en dat samen te vatten in een zogenaamde “Meta analyse”.

In een Meta analyse wordt vooraf een selectie gemaakt van welke onderzoeken beschouwd worden als gedegen onderzoek. Voldoen de verzamelde onderzoeken niet aan de regels van kwalitatief onderzoek, dan worden ze in de Meta analyse geëxcludeerd. Uit de Meta analyses die er zijn, blijkt dat een zeer groot aanbod van onderzoeken werd geëxcludeerd. Een in verhouding klein deel van de verzamelde onderzoeken werd als bruikbaar beschouwd. De Meta analyses concluderen dat er vrijwel geen (zoals wetenschappers zeggen) significante bewezen voordelen van massage zijn. De vermeende effecten zijn door de jaren opgebouwd uit oud ongekwalificeerd onderzoek, veronderstellingen en praktijkervaringen. Deze bevindingen hebben er toe geleid dat sommige sceptici massage bestempelen als kwakzalverij.

Kwalitatief onderzoek naar massage is moeilijk. Er bestaan zoveel twijfels en onzekerheden dat we weinig kunnen zeggen over massage op basis van onvolmaakt onderzoek. Wil je de effecten van massage bewijzen, dan is het eerste probleem waar je op stuit dat je niet voldoende proefpersonen kunt vinden. Doe je onderzoek met minder personen dan wordt zo’n onderzoek direct naar de prullenbak verwezen. De onderzoeksgroep is dan te klein en niet representatief en dient alleen in verband gebracht te worden met dubbelblind gerandomiseerd placebo gecontroleerd onderzoek. Dan kost een onderzoek ook nog eens een aardig bedrag, of je moet kunnen werken met veel vrijwilligers/studenten. Proefpersonen moeten worden geselecteerd evenals een gekwalificeerde masseur. Een onderzoeksvraag moet worden geformuleerd, vaak ontstaan uit een hypothese. Een doordacht en vastomlijnd onderzoekstraject moet worden vastgesteld en uitgevoerd. Je zal regelmatig op tegenslag stuiten. Is het onderzoek klaar dan volgt de onvermijdelijke kritiek. Onderzoek naar de effecten van massage is niet uitnodigend.

Welke modaliteiten vallen onder “Massage”? Massage valt moeilijk te definiëren en maakt specifiek onderzoek moeilijk zo niet onmogelijk. Massage kan niet als één geheel worden beschouwd. Massage is zeer complex. Elke handgreep heeft zijn specifieke waarde en de doelen kunnen divers zijn. Werk je met meerdere masseurs in het onderzoek dan ontstaat een vertekend beeld. Onderling verschil in uitvoering en intensiteit zullen van grote invloed zijn. Ook zijn er weinig onderzoeken die door anderen zijn herhaald en die de gevonden uitslagen bevestigen. En wetenschappers die met elkaar in discussie gaan wanneer zij tegenovergestelde effecten vinden, zijn er helemaal niet. Massage kent zoveel vermeende effecten en kan zoveel betekenen, dat het lastig is om te bepalen hoe onderzoek ingevuld moet worden. Dat laat ruimte voor masseurs om hun stellingen te baseren op onderzoeken die hun massage steunen. Doorgaans gebaseerd op één losstaand onderzoek. Voor de gemiddelde masseur betekent dit, dat hij via internet of publicaties in bladen deze informatie overneemt. Meestal van sites van massagebeoefenaren die de effecten van hun massage aanprijzen in commerciële uitingen. De gemiddelde masseur is niet instaat om de onderzoeken te begrijpen, te analyseren, zelf een casestudie te schrijven of zelf onderzoek te doen.

Engelstalig onderzoek hanteert de naam Massage Therapie (MT). Dit veronderstelt dat de massage een therapeutisch element heeft. De therapeutische massage in die literatuur wordt gezien als de massage met een medisch doel nl. genezing van een klacht of aandoening. De massage die we in thermen en praktijksalons zien zijn niet therapeutisch of medisch, alhoewel veel toepassingen de naam therapie dragen. De vroege Franse publicisten kenden ”le massage stimulant” en ”le massage calmant”. De kalmerende massage of ontspannende massage spreekt tot de verbeelding. Dat is waar de cliënt voor komt. We noemen het een ”Sederende massage”.

Massage definiëren is een lastige zaak. Hier mijn versie:

Massage is het manueel appliceren van een compilatie van mechanische druk, rek en wrijven op de huid, voortgeleid in dieper gelegen weefsel. De tactiele stimuli op de onbedekte huid geven directe activatie van huidsensoren en indirecte activatie van sensoren in dieper gelegen weefsels. Een neurogene respons volgt door interventie van zenuwcentra, waardoor een lokaal effect en/of een psychosomatische reactie.

Klassieke massage is een manuele combinatie van specifieke en kenmerkende handgrepen zoals omschreven door de “Klassieke auteurs” in de periode 1884 (Reibmayer: “Depletiekader”) tot 1965 (Lüdke: “Neurofysiologisch kader”). Het zijn de auteurs die handgrepen omschreven maar ook een verklaringstheorie gaven.

De inzichten van de Klassieke auteurs moet bezien worden vanuit de kennis die toen beschikbaar was. De medische wetenschap stond nog in de kinderschoenen. De inzichten zijn veranderd maar de handgrepen niet. Tapotements worden bekritiseerd maar toch in onderzoeken gebruikt. Onderzoek naar effect van de werking van elke handgreep afzonderlijk is gewenst.

Ons massagedomein is dat van de “Klassieke auteurs”. We zijn opgegroeid met Hoffa, Kirchberg en Lange. Het zijn de auteurs die de verklaringen gaven, de handgrepen inventariseerden, omschreven en indeelden. Hun publicaties en van tijdgenoten, vormen de grondslag voor de “Klassieke massage”. De oude verklaringstheorieën voldoen niet aan de huidige eisen van kwalitatief onderzoek. Dat wil echter niet zeggen dat ze de prullenbak in moeten. “Wie de geschiedenis niet kent is gedoemd deze te herhalen”. Zo’n verklaringstheorie leidt wellicht tot een nieuwe onderzoeksvraag. In 2008 deden Furlan et al onderzoek naar massage bij lage rugklachten, zij vonden massage een zinvolle bijdrage. Na evaluatie in 2015 kwamen Furlan et al daarop terug, door te stellen dat massage hiervoor als behandeling niet geïndiceerd zou zijn. De grondleggers van de triggerpoint therapie Travel en Simons (1957) baarden opzien met hun publicaties. Nog steeds wordt de triggerpoint therapie gebruikt. Toch kon Simons en een geselecteerde groep triggerpoint therapeuten op uitnodiging van fysioloog Dr. Fred Wolfe in 1992 de triggerpoints, zonder anamnese, niet waarnemen.

De publicaties van veel Klassieke auteurs hebben te lijden onder “falsificatie van hypothese”. Hiermee wordt bedoeld dat onderzoeksuitslagen vrijwel direct weerlegd kunnen worden. Het rapporteren van uitslagen kreeg een sausje onder de zucht naar het bewijzen van stellingen.

Nog steeds lees je in onderzoeken dat “meer onderzoek nodig is”. Dat laat veel ruimte, maar inderdaad, in sommige gevallen is meer onderzoek echt nodig. Zo veel tevreden cliënten en zoveel successen en goede berichten, daar moet toch een argumentatie voor zijn? Vooralsnog moeten we ons houden aan de huidige wetenschappelijke bevindingen en die hebben voor een ommekeer gezorgd in de denkwijze. En nu ik 71 ben, ( en al zolang massage heb gepropageerd en aan cursisten verteld hoe het allemaal werkt), zou ik nu de massage anders uitleggen.

Klassieke massage (door Amerikanen Swedish massage genoemd) wordt niet gesteund door een wetenschappelijke erkenning. Troost je met de gedachte dat geen enkele “massage modaliteit” dat heeft. Klassieke massage is voor vele onderzoekers het uitgangspunt geweest voor hun onderzoek. Immers, “Klassieke massage” is één van de weinige gestructureerde massage modaliteiten. Vooral de specifieke en kenmerkende handgrepen en de technische uitvoering geven de Klassieke massage een status.

Massage kent vele fragmenten. In bijzondere gevallen worden in onderzoeken therapieën onderzocht die onder massage worden geschaard. Er zijn honderden toepassingen die onder massage zouden kunnen vallen. Zelfs een toepassing als Reikie wordt in sommige onderzoeken als massage gezien, wat absoluut geen enkel vergelijk heeft met Klassieke massage. Te meer daar er geen huidcontact plaatsvindt.

Nieuwe stromingen zoals tensegrity gebaseerde massage werpen alleen maar meer vragen op. Het scala van dubieuze toepassingen breidt zich snel uit.

Sportmassage is een vorm van Klassieke massage. De handgrepen uit de Klassieke massage worden ook in andere toepassingen gebruikt. De massage krijgt dan een naam, voorafgegaan door het doel van de massage, de naam van de ontwerper of een kenmerk van de massage. Wat verwarrend werkt is wanneer er combinatievormen bestaan van de van klassieke massage afgeleide handgrepen (lees verkeerde technische uitvoering). Dat maakt de interpretatie van de onderzoeken lastig.

Wordt massage als therapeutische toepassing onderzocht of als profylactische massage? Is het een massage met een medisch doel, een palliatief of profylactisch doel? Wat is de onderzoeksvraag en is de te gebruiken massagevorm daar wel geschikt voor? Oosterse en Westerse vormen worden door elkaar gebruikt. In de Amerikaanse massage parlour zien we handgrepen die anders worden uitgevoerd dan de Klassieke massage zoals wij die zien, welke ook doordringen in het onderzoek. (misverstand Zabludowski versus Hoffa). De uitvoering van de massage heeft grote invloed op conclusies.

Pijn is van oudsher aanleiding om een beroep te doen op massage. Veel onderzocht is de pijn bij lage rugklachten. Ook hier geldt dat geen bewijs is gevonden, evenals voor nek, schouder, arm pijn. Dit suggereert dat alle massages de pijn aan het bewegingsapparaat niet kunnen wegnemen. Uit de praktijk blijkt wel dat de vraag naar massage bij de vage pijnklachten bestaat. Dit zijn pijnklachten waarbij geen diagnose gesteld kan worden. Er is sprake van pijn, maar de oorzaak kan niet aangetoond worden. De ervaring bij dergelijke pijnen is dat massage de pijn reduceert, maar dat deze afname inconsistent, subjectief en doorgaans kort durend is. Het zorgt wel voor enige opluchting en daardoor blijft de vraag naar massage bestaan.

Tijdens de opleiding sportmassage is met klem gewezen op de contra-indicaties. Sportmassage en dus Klassieke massage, moet door ons gezien worden als een profylactische massage en niet als medische of therapeutische interventie. In de verklaring die ondertekend moest worden bij het behalen van het diploma Sportmassage, stond dat de gediplomeerde zich moest onthouden van het behandelen van pathologische en posttraumatische gevallen. Dat steun ik nog steeds. Vroeger kenden we de wet op het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde. Die wet is vervangen door de wet BIG (Beroepen in de Gezondheidszorg). Hierin zijn de voorbehouden handelingen van zorgverleners vastgelegd. Voor masseurs is niets geregeld. Masseur is een vrij beroep evenals de titel therapeut, die vrij gebruikt mag worden.

Palliatieve massage, vooral bij kankerpatiënten wordt veel uitgevoerd. Eerst voorzichtig door verpleegkundigen maar nu gemeengoed onder masseurs. Palliatieve massage beoogt het lijden te verminderen zonder de aandoening te willen bestrijden. De stap naar massage van geestelijke en lichamelijke klachten is hiermee gemakkelijk gemaakt. Massage met betrekking tot prematuren, fibromyalgie, autisme, burn-out, MS en chronische aandoeningen wordt regelmatig aangeboden door therapeuten. Sommige masseurs beschouwen zich als medische professionals ondanks hun beperkte opleiding, ontbrekende overheidserkenning of licentiëring. Daarbij zijn er die zich afzetten tegen de Westerse geneeskunde en hun alternatieve massagetherapie propageren.

In de afgelopen decennia is uit onderzoek naar voren gekomen dat veel van de genoemde effecten van massage niet ondersteund worden. Een aantal stokpaardjes waarmee masseurs cliënten voorlichting geven, vragen om een kritische reflectie. Eén van de stokpaardjes, het verbeteren van de bloedcirculatie, wordt door vele onderzoekers als onjuist bestempeld. Uit onderzoek bleek dat massage de bloedstroom verhoogde. Een laserbloedstroommeter, Spectral Doppler en Power Doppler-echografie werden gebruikt. In later onderzoek werd gebruik gemaakt van de Pulsed Doppler-methode en werd geen effect op de bloedstroom gemeten.

Het met massage verwijderen van melkzuur blijkt niet mogelijk maar kan wel het creatinekinase-enzym verminderen en op die manier bijdragen aan het verminderen van pijn of vertraagd optredende spierpijn. Het verhoogde lactaat niveau na zware inspanning blijkt door rust al na een uur genivelleerd. Hiermee wordt de stelling gesteund dat lactaat niet de veroorzaker van pijn kan zijn bij vertraagd optredende spierpijn (DOMS-delayed onset muscle soreness); de spierpijn die zich voordoet 24 tot 48 uur na de inspanning.

Bloedrukdaling is eveneens bekritiseerd. Rustig en ontspannen liggen laat hetzelfde effect in bloeddruk zien als massage.

Er zijn geen vast te stellen veranderingen in electromyografische eigenschappen van spierweefsel na massage. Wel wordt gesteld dat massage de motorneuronactiviteit kan verminderen als de massagedruk toeneemt.

Massage van spierziekten, fibromyalgie, reumatische klachten en andere pathologische aandoeningen van het bewegingsapparaat biedt geen verandering van de klachten en kan zelfs de klachten verergeren. Massage van dit soort aandoeningen leidt tot meer irritatie en pijn.

Zeer licht gedoseerde massage kan als aangenaam worden ervaren. Het kan de neurogene overprikkeling verminderen.

Massage van ontstekingen leidt tot uitbreiding.

Massage vooraf aan een sportieve prestatie leidt in veel gevallen juist tot prestatie vermindering.

Massage om DOMS na sportinspanning te bestrijden zal de pijn enigszins verminderen. Subjectief kan de vermoeidheidsperceptie verbeterd zijn, maar doet niets met krachtsherstel. De ROM (range of motion- bewegingsuitslag) is met massage te vergroten maar niet zoals met een rekoefening.

Massage ter preventie van blessures is onduidelijk. De beperkte werking van massage als herstelinterventie roept vragen op over het nut ervan.

Dopamine, serotonine, oxytocine en endorfines zijn door masseurs genoemde neuropeptiden die vrijkomen tijdens massage en de pijn verminderen. Het is lastig om de mate van invloed op de pijn vermindering te bepalen omdat er meer mechanismen zijn die de pijn verminderen tijdens massage.

Cortisol wordt gezien als het stress hormoon. Verlaging van de cortisol spiegel zou tijdens massage bereikt worden. De onderzoeksresultaten zijn echter tegenstrijdig.

Het vrijkomen van deze stoffen tijdens massage en de betekenis voor de effecten laten ruimte voor speculatie.

Het is voor de masseur, evenals voor mij, niet prettig om de conclusie te moeten trekken dat we onze bestaande visie moeten herwaarderen. We zijn opgegroeid met de effecten die massage biedt, voortvloeiend uit de genoten opleiding. We hebben onszelf kennelijk niet afgevraagd “Ge zegt het, maar is het zo?” De toenemende vraag om te bewijzen dat massage werkt, moet worden beantwoord door onderzoek. Voor de medische massage is dat meer van belang dan voor de profylactische massage. Bij de medische massage bestaat er een klacht en is sprake van patiënten. De gezondheidsbelangen en ook zorgkosten spelen hierbij een grotere rol dan bij de profylactische massage, waarbij het gaat om de gezonde niet functie gestoorde cliënt.

Wat blijft er dan nog over? Het kwalitatief onderzoek naar massage zal gestimuleerd moeten worden. Veel onderzoeken halen de norm van kwalitatief onderzoek niet. Zo leidt verkeerde input tot verkeerde output. Er vallen heel wat applicaties onder het fenomeen massage. Dus, wat is massage en welke applicaties vallen daar onder. Thaise massage is iets totaal anders dan Klassieke massage. Met andere woorden, als je onjuiste onvolledige gegevens verzameld of gebruikt, dan zal de conclusie ook onjuist zijn. Denk maar aan een gemis aan een massageprotocol, maar ook de juiste technische en vaardige uitvoering van de massage.

Wat opvalt in het onderzoek is het gebrek aan een massageprotocol. Dat wil zeggen dat vrijwel de meeste onderzoeken niet vermelden welke massagevorm is gebruikt en met welke intensiteit en handgrepen is gewerkt. Massage is vaak onderzocht in combinatie met rekoefeningen en andere therapieën waaruit niet blijkt wat de waarde van massage alleen is.

Is er sprake van statistische significatie? Een punt van discussie ontstaat door het onjuist weergeven van de statistische significantie; een onderzoek technische bottle neck. Als uitslagen significant verschillen, dan zal de ANOVA -Analysis of variance- een statistisch significant resultaat aangeven. In het onderzoek wordt hiervoor de nul hypothese gebruikt. Bij ANOVA is de nul hypothese dat er geen verschil gevonden is. De meeste medische massagebehandelingen vertonen geen aantoonbaar effect (nul hypothese). Voor onderzoek naar de medische massage geldt dat er geen klinische significantie bestaat. Klinische significantie kan gezien worden als een aanvulling van het statistisch onderzoek.

Patiënten zijn tevreden over de massage ongeacht of hier bewijs voor geldt. Onderzoeksresultaten vertonen dan een gunstiger beeld als via een vragenformulier conclusies worden getrokken. De McGill Pain Questionnaire, De Pain Disability Index (PDI).

Waar naar te onderzoeken valt is het effect van massage op de spiertonus, Interessant is de mechano transductie.

-De invloed van mechanische druk (massage) op de compliantie van spierweefsel.

-Het verminderen van actieve en passieve stijfheid.

-De reacties van de formatio reticularis en limbisch centrum op manuele stimuli van huidsensoren.

-Verminderen van hypertonus en hypertonie.

-In hoeverre veroorzaakt massage een vasodilatatie waardoor een toegenomen permeabiliteit? Het door massage verwijderen van zgn. afvalstoffen is niet aangetoond. De doorlaatbaarheid van de vaatwand kan een rol spelen bij de migratie van (rest)producten (metabolieten) van de stofwisseling. Veel van deze stoffen worden gerecycled en mogen misschien de naam afvalstoffen daarom beter niet dragen. Het door masseurs genoemde verwijderen van afvalstoffen is een uitspraak die genuanceerd moet worden.

Moeten we maar stoppen met massage? Als medische interventie blijkt massage als monotherapie niet geschikt. Wel kan massage pijn verlichten, hoewel vaak op korte termijn en niet bij iedereen. Van een groot aantal onderzoeken blijkt overeenstemming met vermindering van angstgevoelens en depressies door massage. In die zin is massage bruikbaar als palliatieve massage. Maar….je kunt niet zo maar massage toepassen bij ziekten en aandoeningen met het doel het lijden te verzachten. Voor de duidelijkheid; Palliatieve massage beoogt geen genezing. Met de geestelijke gemoedstoestand van de patiënt moet in belangrijke mate rekening gehouden worden. Buiten technische kennis en vaardigheid van de massage zal de masseur hiervoor ook andere kwalificaties moeten bezitten. Empathie en medeleven zijn verweven met de uitvoering van de palliatieve massage. De masseur zelf speelt een katalyserende rol. Massage kan de klachten verergeren en zal in veel gevallen slechts als een zeer lichte vorm mogen worden toegepast. Gehoopt wordt op een positieve bijdrage. Het effect van palliatieve massage is weinig voorspelbaar (opluchting of huilbuien, wisselende emoties, depressie of manie).

Voor de profylactische massage (non medical, Lat.) kunnen we stellen dat masseurs nog steeds op een ethische en binnen het kader van de wetenschap hun massage verantwoord kunnen uitvoeren. De profylactische toepassing van massage is meer gericht op ontspanning, welbevinden en bewegingsbeleving van de gezonde niet functiegestoorde cliënt. Voorkomen moet worden dat we onze massage aanbevelen met effecten waar slechts controversieel bewijs voor bestaat. Bespreek met cliënten openhartig de controverses. Er zijn genoeg plausibele voordelen om de profylactische toepassing van klassieke massage aan te bieden. Zoals door mechanische rek en druk (massage) bestrijden van pijnproblemen bij stram- en stijfheid. De ontspannende werking die van massage uitgaat, de beïnvloeding van de gemoedstoestand van de cliënt en daarmee de geestelijke gezondheid van de cliënt. Een profylactische massage heeft duidelijk een subjectieve (emotionele) waarde zoals bestrijden van depressies en angstgevoelens. Het effect van massage wordt in grote mate bepaald door de verwachtingen van de cliënt en wat deze van de massage ervaart. Massage beïnvloedt de bewegingsbeleving en vermindert pijnperceptie waardoor massage uitnodigend werkt op het bewegen, vooral bij ouderen en herstellenden. De “Gate control theory” gepostuleerd door Melzack en Wall in 1965, ging over de pijntheorie waarbij aangegeven werd dat het centrale zenuwstelsel in staat is pijnprikkels te moduleren. Later kwam Wall met een nuancering. Ondanks wat wijzigingen bestaat nog steeds de gedachte over de pijnmodulatie door het centrale zenuwstelsel. De profylactische Klassieke massage biedt een zintuigelijke sensatie die een goed gevoel op roept en daarmee het welbevinden. De exacte werking is nog speculatief. Effecten zijn niet altijd meetbaar maar wel merkbaar. Prikkeling van de sensibiliteit geeft vele neurogene reacties. De neurologische reacties zijn complex maar zijn echter nog weinig begrepen. De profylactische toepassing van Klassieke massage mag niet weggezet worden als kwakzalverij, ook al is er weinig bewijs voor de werking van de medische massage.

 

Ron Molders © dec. 2023

Uitgebreidere informatie en achtergronden worden t.z.t aangeboden in het manuscript.

 

Ron Molders 1952

Sportverzorger -masseur 1972.

Opening praktijk voor sportmassage 1976.

Docent Sportmassage (NOS) Nationale Opleidingsschool Rotterdam 1977.

Instituut “Ron Molders” Opleiding Sportmassage Rotterdam 1978-2018

Examinator Sportverzorging en massage 1979-heden.

Vestiging opleiding te Den Haag 1980 – 2012.

Commissielid Sportmassage (Redactie en PR) landelijke organisaties 1980-1982.

Expertise Competentieprofielen Sportmassage 1990.

Voorzitter Vereniging Opleidingsinstituten voor Sportmassage 1980-2002.

Samensteller structuur VOS (Vereniging Opleidingsinstituten voor Sportmassage), NESM (Nederlandse Examenstichting Sportverzorging en –massage), NBSM (Nederlandse Brancheorganisatie voor Sportmassage en –verzorging) 1998.

Initiator van de “Biblios”, uitwerkingen van competentieprofielen sportmassage, richtlijnen voor examinatoren en opleiders, erecode en handleidingen 1998.

Oprichter en Voorzitter van de Belangenvereniging Massage en Sportverzorging “Ron Molders” 1998- heden.

Uitgever vakblad voor sportverzorging en –massage “Palaestra” 1998-2017.

Docent Sportmassage MBO-school “Zadkine” Rotterdam 2010-2014.

Docent Sportmassage MBO-school “Mondriaan”, Delft 2004-2015.

Sinds 2018 gepensioneerd maar betrokken als vrijwilliger bij opleiding, werkveld en vereniging. Nog steeds actief.

Auteur van meer dan 600 artikelen betreffende Klassieke massage en sportverzorging.

 

Enkele publicaties voor naslag:

Best, T.M., Hunter, R., Wilcox, A., Haq, F. Effectiveness of sports massage for recovery of skeletal muscle from strenuous exercise (2008) Klin. J.Sport. Med.

Brummitt, J. The role of massage in sports performance and rehabilitation (2008) N. Am. J.Sport. Fys.

Crosman, L.J., Chateauvert, S.R., Weisberg, J. (1984) The effects of massage to the hamstring muscle group on range of motion J. Orthop. Sport. Fys

Davis, H.L., Alabed, S., Chico, T.J.A., (2020) Effect of sports massage on performance and recovery, een meta-analyse. BMJ Open Sport Exerc. Med.

Hemmings, B.J. Fysiologische, Physiological, psychological and performance effects of massage therapy in sport: literatuuroverzicht. (2001) Fys. Sport.

Hilbert, J.E., Sforzo, G.A.F., Swensen, T. The effects of massage on delayed onset muscle soreness(2001) Br. J. Sport. Med. 

Monedero, J., Donne, B. (2000) Effect of recovery interventions on lactate removal and subsequent performance Int. J.Sport. Med.

Moyer, C.A., Rounds, J., Hannum, J. (2004) A meta-analysis of massage therapy research. Psychol. Bull.

Poppendieck, W., Wegmann, M., Ferrauti, A., Kellmann, M., Pfeiffer, M., Meyer, T. Massage and Performance Recovery: een meta-analytische recensie. (2016) Sport. Med.

Shoemaker, J.K., Tiidus, P.M., Mader, R. Failure of manual massage to alter limb blood flow: measures by Doppler ultrasound (1997) J. Sports. Sci. Med.  

Sullivan, S.J., Williams, L.R., Seaborne, D.E., Morelli, M. Effects of massage on alpha motoneuron excitability (1991) Phys Ther

Tiidus, P.M., Manual massage and.  recovery of muscle function following exercise: Literatuuroverzicht(1997) J. Orthop. Sport. Fys.

Tiidus P.M, Shoemaker, J.K. Effleurage massage, muscle blood flow and long-term post-exercise strength recovery. (1995) Int. J.Sport. Med. 

Weerapong, P., Hume, P.A., Kolt, G.S. (2005) The mechanisms of massage and effects on performance, muscle recovery and injury prevention. Sports Med.

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Word lid van het netwerk van BMS Ron Molders

Kennis en ervaringen uitwisselen met collega's,
Nieuwe vrienden maken en toegang tot heel veel informatie over het vak...